Slimme koptelefoons: the next big thing?

Koptelefoons lijken qua design nog veel op voorgangers uit de jaren negentig. Qua mogelijkheden is het product echter compleet veranderd. Draadloze koptelefoons met noisecanceling zijn al een paar jaar op de markt en dus is het tijd voor de volgende stap: het slimmer maken van koptelefoons. 

In de afgelopen tien jaar heeft de smartphone de wereld enorm veranderd. Het is de belangrijkste videocamera en heeft er voor gezorgd dat bijna niemand meer een rekenmachine, papieren wegenkaart of wekkerradio heeft. Maar zoals Vlad Savov op The Verge terecht stelt: “Smartphones hebben niet de discrete functionaliteit van koptelefoons vervangen en zullen dat ook nooit doen.” Met een goede koptelefoon kun je volgens Savov het lawaai van de buitenwereld verminderen en tegelijkertijd in je eentje heerlijk genieten van muziek. En laten we eerlijk zijn: niemand zit te wachten op de audio van brakke telefoonspeakers.

Spraakassistenten

De smartphone zal dus niet de koptelefoon vervangen, maar dat weerhoudt fabrikanten er niet van om functionaliteiten van smartphones in koptelefoons te stoppen. Spraakassistenten spelen hierin, net als in veel andere productcategorieën een belangrijke rol. Zo stopte Apple al Siri in zijn AirPods en Google de Assistant in Pixel Buds.

Microsoft Surface Headphones

Dinsdag is ook Microsoft op het strijdtoneel verschenen met de aankondiging van zijn eerste high-end koptelefoon: de Surface Headphones (349 dollar in de VS). Microsoft presenteert het product als een slimme koptelefoon. Met een draaiknop op één van de oorschelpen kun je de mate van actieve noisecancellation instellen. Als je de Surface Headphones van je oren afhaalt wordt de muziek automatisch gepauzeerd. Verder is de koptelefoon uitgerust met Microsoft’s spraakassistent Cortana.

Het nut van spraakassistenten

De meeste innovaties op het gebied van koptelefoons klinken logisch: betere audio, krachtigere noisecancellation, een sterker draadloos bluetooth-signaal en een batterij die langer meegaat. De toevoeging van spraakassistenten zal niet door iedereen begrepen worden.

Sinds kort heb ik zelf ook een koptelefoon met ingebouwde Google Assistant: de Sony WH-1000XM3 (volgens sommigen de beste noisecancellation koptelefoon op dit moment, ik kom binnenkort met een eigen review). Op mijn werk maak ik geen gebruik van de spraakassistent, maar thuis of onderweg vind ik het heel handig. Ik laat graag mijn notificaties voorlezen zodat ik mijn handen vrij kan houden. Ook raadpleeg ik de Assistant om te achterhalen of ik een paraplu moet meenemen naar buiten, om producten toe te voegen aan mijn boodschappenlijst of het zetten van timers tijdens het koken. Zou ik deze functionaliteit enorm missen als ie zou ontbreken? Nee dat niet, maar het is wel heel handig om te hebben.

Slag om de consument van de toekomst

Dat is precies de reden waarom techgiganten in steeds meer producten een spraakassistent plaatsen. Want hoe vaker je in aanraking komt met een bepaalde spraakassistent (Google Assistant, Amazon Alexa, Apple’s Siri of Microsoft Cortana), hoe groter de kans is dat je het gaat gebruiken. De big five (de vijf grootste techgiganten) zetten massaal in op spraakassistenten om zo de consument van de toekomst in te lijven. Amazon kondigde vorige maand zelfs een magnetron met ingebouwde spraakassistent aan.

Handen vrij en minder schermtijd

Terug naar de koptelefoon. Een voordeel van een koptelefoon ten opzichte van je smartphone is dat je altijd je handen vrij hebt. Of je nou muziek luistert, telefoneert of praat met je spraakassistent. Lekker je handen vrij en je hoeft ook niet constant op je schermpje te kijken. Al met al zijn koptelefoons ineens een interessante productcategorie geworden om in de gaten te houden.