
Age of Empires III: The Asian Dynasties review
In geschiedenislessen wordt veelal verteld dat zonder geschiedenis het heden niet aanwezig zou zijn. Met deze uitspraak kan ik van harte instemmen. Echter vind ik wel dat verhalen over de geschiedenis het best tot haar recht komen in een computerspel, omdat je er dan actief mee bezig bent. Vele oorlogen werden al volop beschreven in games, maar gelukkig werd ook de periode daarvoor niet uit het oog verloren. Zo bracht Ensemble Studios in 1997 het spel Age of Empires op de markt. Deze naam werd al snel een begrip in de RTS-wereld en het spel ging dan ook als warme broodjes over de toonbank. We zijn inmiddels tien jaar verder en op dit moment moeten we het doen met het derde deel uit die serie. Dit derde deel kende vorig jaar haar eerste vervolg en sinds kort is ook Age of Empires III: The Asian Dynasties een feit. De historische tocht naar het Oosten is een feit en in deze recensie lees je of dit een succesvolle tocht is geworden.
Het eerste opvallende feit aan het spel is de naam van de ontwikkelaar. Waar het eerst altijd Ensemble Studios was die met de scepter zwaaide, daar is dit keer Big Huge Games. Deze laatste is bekend geworden van Rise of Nations en Rise of Legends. Dit is een opvallende keuze, maar doordat het bedrijf druk bezig is met andere games (zoals Halo Wars), is gekozen voor een op het eerste gezicht vreemde keuze. Gelukkig heeft Big Huge Games bewezen dat ze goed kunnen omgaan met de AoE-serie en dat zorgt voor deze goede uitbreiding.
Net als in de voorgaande uitbreiding Warchiefs, maken we wederom kennis met drie nieuwe volken. Dit naam geen Indianen, maar de Aziatische volkeren Japan, China en India. Uiteraard hebben al deze volkeren een eigen verhaallijn en een eigen manier van vechten. Zo moeten de Japanners het vooral van haar krachtige infanterie hebben, die trouwens ook wel bekend staat onder de naam samurai. De Chinezen en Indiërs daarentegen moeten het hebben van grote legers. Een leuk detail tussen Japan aan de ene kant en China en Indië aan de andere kant is de bevolkingsgroei. Zoals bekend heeft deze laatste groep een grote bevolking en dit aspect komt ook op het spel op een mooie manier naar boven. Je kunt met China en Indië namelijk zeer snel een bevolking bouwen.
Zoals gezegd brengen de volken ook haar eigen verhaallijn mee. Deze campaignmodus is precies zoals we het van een Age of Empires-game verwachten. Het verhaal staat namelijk redelijk dicht bij het geschiedenisboek en dat is natuurlijk een groot pluspunt voor historici. Met de Japanners ga je bijvoorbeeld streven naar eenheid, terwijl je met de Chinezen de Nieuwe Wereld gaat verkennen. Hierdoor blijft de uitbreiding dicht bij het oorspronkelijke thema van Age of Empires III en daarnaast is het ook nog eens gevarieerd genoeg om weer uren zoet te zijn.
Helaas valt er ook wat aan te merken op de campaignmodus. Zo is het verloop van het verhaal toch wel zeer voorspelbaar. Het verschil tussen de good guys en de bad guys is namelijk zo duidelijk als het verschil tussen zwart en wit. Zelfs aan de stemmen hoor je of iemand slecht (arrogante stem) is, of juist goed (wijs klinkende stem). Doordat het verschil zo duidelijk is, is het (met name als ervaren AoE-speler) duidelijk wanneer er een plotwending aan zit te komen.
Wat echter wel leuk is aan deze uitbreiding, is de herintroductie van oude features uit voorgangers. Zo maken we kennis met twee spelmanieren die eerder ook al in Age of Empires II stonden. Allereerst is Regicide weer terug van weg geweest. Hierbij start je namelijk met een leider die je met je leven moet verdedigen. Degene die als laatste zijn unit in leven houdt, wint. De tweede modus is King of the Hill. De naam zegt het al een beetje, hierbij moet je een bepaalde plek op de map controleren. Doe je dit lang genoeg, dan win je. Deze twee spelmodi boden mij in het verleden al veel plezier en bij deze herintroductie is dit plezier weer helemaal teruggekomen.
Een andere oude feature is de herintrede van wonders. Dit maal is het echter niet meer een element om de winst mee te pakken, maar een manier om van de ene “age” naar de volgende te gaan. Waar je bij de andere volkeren enkel genoeg grondstoffen hoefde te verzamelen om het volgende tijdperk te bereiken, daar dien je hier een wonder moeten bouwen. Buiten het feit dat deze gebouwen schoon van uiterlijk zijn, bieden ze je ook nog een bonus. Zo kun je extra units ontvangen, maar je bestaande units kunnen ook upgegrade worden. Deze originele manier om een oud element opnieuw haar intrede te laten doen, zorgt voor een frisse wind in de manier van spelen.
Al deze toevoegingen bouwen weer verder op de ijzersterke Age of Empires-telg die sinds 1997 vriend en vijand verbaasd. Het probleem met de serie is echter dat de voorgangers goed waren, waardoor de overtreffende trap moeilijk haalbaar is. Met name met uitbreidingen wordt zoiets vaak niet bereikt en ook in “The Asian Dynasties” is dit het geval. Het spel is goed, heerlijk speelbaar (met name voor liefhebbers van de serie), maar het steekt eigenlijk niet boven zijn voorgangers uit. Dit gebrek aan vernieuwing wordt bij vele games meestal afgestraft, maar op de één of andere manier kan Age of Empires dit zich gewoon permitteren.
Conclusie
Met Age of Empires III: The Asian Dynasties bouwt men wederom verder op de succesvolle engine. Ondanks dat het project niet in handen lag van Ensemble Studios blijft de unieke Age of Empires-sfeer bewaard en maken we bovendien kennis met drie nieuwe volkeren. De herintroductie van enkele oude elementen is tevens succesvol verlopen waardoor je te maken krijgt met een vertrouwde game. Helaas is het verhaalverloop bij de campaignmodus ietwat voorspelbaar en ontbreekt de echte vernieuwing in het spel, waardoor het spel toch iets minder wordt. Dat neemt niet weg dat deze uitbreiding verplichtte korst is voor gamers met een zwak voor Age of Empires!
Cijfer: 80
+ Goede introductie nieuwe volkeren
+ Herintroductie oude features
– Verhaal is te zwart-wit
– Niet echt vernieuwend
Dit artikel heb ik oorspronkelijk geschreven voor GameQuarter.be.